Er zijn 15 HTTP-verzoeksmethoden en volgens de HTTP-standaard kunnen HTTP-verzoeken meerdere verzoeksmethoden gebruiken. HTTP 1.0 definieert drie verzoeksmethoden: GET, POST en HEAD. HTTP 1.1 voegt vijf nieuwe verzoeksmethoden toe: OPTIONS, PUT, DELETE, TRACE en CONNECT.
serienummer | methode | beschrijven |
---|---|---|
1 | GET | Vraag de informatie van de opgegeven pagina aan en retourneer de entiteit. |
2 | HEAD | Soortgelijk aan een GET-verzoek, behalve dat er geen specifieke inhoud in de teruggegeven reactie is, die wordt gebruikt om de header te verkrijgen |
3 | post | Geef gegevens door aan een opgegeven bron voor verwerking (zoals het indienen van een formulier of het uploaden van een bestand). De gegevens bevinden zich in het verzoeksysteem. POST-verzoeken kunnen leiden tot de creatie van nieuwe bronnen en/of wijziging van bestaande bronnen. |
4 | PUT | Gegevens die van de clientkant naar de server worden verzonden, vervangen de inhoud van het opgegeven document. |
5 | DELETE | Vraag de server om de opgegeven pagina te verwijderen. |
6 | CONNECT | De HTTP/1.1 protocol is gereserveerd voor proxy-servers die verbindingen kunnen leiden. |
7 | OPTIONS | Laat de clientkant de prestaties van de server bekijken. |
8 | TRACE | Echo-verzoeken ontvangen door de server worden voornamelijk gebruikt voor testing of diagnostics. |
9 | PATCH | De entiteit bevat een tabel die de verschillen beschrijft met de originele inhoud die door de URI wordt vertegenwoordigd. |
10 | MOVE | De verzoekservers verplaatsen de opgegeven pagina naar een andere netwerkadres. |
11 | COPY | De verzoekservers kopiƫren de opgegeven pagina naar een andere netwerkadres. |
12 | Koppeling | Vraag de server om een koppelingsrelatie op te stellen. |
13 | UNLINK | Breek de koppeling. |
14 | WRAPPED | Laat de clientkant encapsuleerde verzoeken verzenden. |
15 | Uitbreiding-mothed | Zonder het akkoord te wijzigen, kunnen extra methoden worden toegevoegd. |